Ik ging voor ‘Tijdreizen door Ons Weekblad’ in de gedigitaliseerde weekbladen ‘Baarl’s Nieuws- en Advertentieblad’ op zoek naar artikelen waarbij op z’n minst een glimlach op je gezicht verschijnt. Daarbij viel in een van die gedigitaliseerde weekbladen mijn oog op een rubriek met de naam ’Even lachten’.

Daarin stonden een paar mopjes beschreven – allesbehalve vulgair – die ik als bijna 80-jarige wel leuk vond. Dus typte ik in de zoekbalk de term ’Even lachen’.

En warempel, in de inhoudsopgave verscheen uit de periode 1930-1942 liefst 171 maal de aanduiding ’Even lachen’. Soms stond er maar één mopje beschreven, heel vaak echter meerdere. Ik heb overigens de naam van de persoon die alle mopjes schreef, niet kunnen achterhalen.

Om de lezer een indruk te geven heb ik vijf mopjes uitgekozen. Twee ervan staan hier afgedrukt. Van de andere drie staat hieronder de letterlijke tekst vermeld.

Vraagje: zouden de jongeren van nu nog kunnen lachen om dit soort mopjes?

Brutaal

- Maar meneer, riep de nieuwe huurder verontwaardigd uit, u adverteert dat dit huis vlak bij water ligt. Ik heb overal heen gekeken, maar ik zie in ’t geheel geen water.

- Bent u al in de kelders geweest, informeerde de huisbaas.

Zaag

- Kinderen staan naar houtzagers te kijken. Dat is zeker de grootste zaag van de wereld, zegt Jefke.

- Neen, zegt Marieke, onze pa zegt dat ons moe dat is….

Botanica

- Wie kan me zeggen, welke planten ’t grootste eiwitgehalte hebben?

- Spinazie met eieren, meneer!