Afgelopen 22 juli was volgens NASA de warmste dag in de moderne satellietrecords. Het leek me daarom interessant om te kijken welke vorm het milieudebat had een halve eeuw geleden. Op de voorpagina van 9 augustus 1974, stond een artikel van Werkgroep Milieu Baarle. Het was het derde deel van de reeks ‘de Groene 10’. Deze reeks had tien aanbevelingen omtrent behoud van milieu en omgeving. De werkgroep komt de eerste keer voor in het weekbladarchief in de uitgave van 8 juni 1973, hun doel was als volgt:

Een hele mond vol, het is niet toevallig dat verontreiniging (niet zozeer klimaatverandering) in deze periode een rol speelt. Men begon zich van de gevolgen daarvan in de jaren ’60 bewust te worden, denk bijvoorbeeld aan de ‘Clean Air Act’ in het VK en de VS in 1956 en 1963 respectievelijk. Echter voor het grootste deel van de wereld was de publicatie van ’Grenzen aan de Groei’ in 1972 het kantelpunt. Dit rapport, samengesteld door wetenschappers van het MIT, stelde dat als de groei- en consumptietrend van die periode werd voortgezet, het zou leiden tot de uitputting van grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen zoals bossen en landbouwgrond. Hoewel dit rapport veel is bekritiseerd en gegevens zoals bevolkingsgroei zijn bijgesteld blijft de centrale stelling overeind.

Om terug te komen op de doelstellingen van Werkgroep Milieu Baarle, valt het op dat ze breder zijn dan slechts milieu. Ze bevatten ook elementen van behoud van identiteit of eigenheid van het landschap. Ik zou graag willen afsluiten met dit religieus geïnspireerde citaat dat op dit breder doel kan duiden: